Digitale toegankelijkheid in het onderwijs: dit is wat je moet weten
Het onderwijs wordt steeds digitaler. Dit biedt kansen voor iedereen, ook voor leerlingen en studenten met verschillende functiebeperkingen. Maar deze digitale ontwikkelingen kunnen ook juist drempels opwerpen. Alleen als je rekening houdt met digitale toegankelijkheid, kan iedereen zo zelfstandig mogelijk meedoen. In dit artikel lees je meer over wat je moet weten over digitale toegankelijkheid in het onderwijs.
Het belang van digitale toegankelijkheid in het onderwijs
Door rekening te houden met digitale toegankelijkheid kun je echt het verschil maken voor studenten en leerlingen. Als je lessen niet toegankelijk zijn, ontneem je hen mogelijk de kans om zichzelf verder te ontwikkelen. Het is dus heel belangrijk om hier rekening mee te houden!
Uit de Monitor Beleidsmaatregelen hoger onderwijs 2020-2021 bleek bijvoorbeeld dat een op de drie studenten in het hoger onderwijs een functiebeperking heeft. Best veel dus! Zij kunnen belemmeringen bij hun studie ondervinden, zoals het niet goed kunnen gebruiken van digitale middelen. Van toetsen, e-books, online bijeenkomsten of colleges tot de gebruikte systemen: als dit soort producten niet goed zijn ingericht, kan niet iedereen meekomen.
Wat zegt de wet?
Er zijn verschillende wetten rondom digitale toegankelijkheid die ook van toepassing zijn op het onderwijs. Eén daarvan is het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap. Dit verdrag stelt dat mensen met een beperking of chronische ziekte recht hebben op gelijke behandeling.
Sinds 2016 is dit VN-verdrag ook in de Nederlandse wetgeving opgenomen. Dit is onder andere gedaan door de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte aan te passen. Hierin vereist de Nederlandse overheid dat iedereen gelijk behandeld wordt en in de samenleving mee kan doen. Er staat bijvoorbeeld in dat aanbieders van goederen en diensten moeten zorgen voor toegankelijkheid. Dit geldt dus ook voor het onderwijs.
In de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt toegankelijkheid voor studenten met een functiebeperking ook nog benoemd. Dit is één van de kwaliteitsaspecten waar nieuwe en bestaande opleidingen op getoetst moeten worden.
Het onderwijs moet dus volgens verschillende wetten letten op toegankelijkheid in het algemeen, maar er is (nog) geen specifieke wetgeving die gericht is op digitale toegankelijkheid voor het onderwijs.
Letten op digitale toegankelijkheid in het onderwijs
Om te weten waar je digitale producten aan moeten voldoen om zo digitaal toegankelijk mogelijk te zijn, zijn internationale richtlijnen opgesteld. Dit zijn de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG). Dit zijn richtlijnen waarin rekening wordt gehouden met verschillende functiebeperkingen. Maar het is natuurlijk ook heel belangrijk om in gesprek te gaan met leerlingen en studenten met een functiebeperking. Waar lopen ze tegen aan? Wat kun je verbeteren zodat ze makkelijker mee kunnen doen? Voor dit artikel lichten we drie aspecten van digitaal (toegankelijk) onderwijs uit: systemen, lesmateriaal en bijeenkomsten.
Systemen
Verschillende onderwijsinstellingen gebruiken vaak verschillende digitale systemen of platforms. Zo kunnen leerlingen en studenten makkelijk hun roosters of cijfers bekijken, maar bijvoorbeeld ook lessen terugkijken of lesmateriaal downloaden.
Dit kan heel handig zijn. Als het platform duidelijk ingericht en goed gestructureerd is, kunnen studenten informatie makkelijk vinden. Maar als dit soort systemen niet digitaal toegankelijk zijn, wordt het voor sommigen heel lastig om hier goed mee aan de slag te kunnen.
Misschien is het wel heel lastig om informatie te vinden op jullie platform, omdat de structuur niet duidelijk is. En is jullie platform bijvoorbeeld ook te navigeren als iemand geen muis gebruikt, dus alleen met het toetsenbord? Is het platform ook te gebruiken door een student die blind is?
Let dus op toegankelijkheid als je een nieuwe tool of nieuwe software wilt aanschaffen. Als hier geen rekening mee is gehouden, kan het zeker bij wat complexere systemen heel lastig worden voor leerlingen of studenten met een functiebeperking om deze te gebruiken.
Lesmateriaal
In het onderwijs wordt tegenwoordig verschillende soorten lesmateriaal gebruikt. Waar ‘vroeger’ misschien vooral met boeken gewerkt werd, is er nu de keuze uit e-books, video’s en bijvoorbeeld apps. Dit kan heel fijn zijn. Verschillende mensen leren op verschillende manieren, en door verschillende typen lesmateriaal te hebben kun je hierbij helpen. E-books kunnen bijvoorbeeld ook gelezen worden door studenten die blind zijn. Maar al die pdf-documenten met 100 pagina’s aan scans? Dat wordt al snel best lastig. Ook als je bijvoorbeeld video’s zonder ondertiteling plaatst, dan zijn deze niet te volgen voor dove studenten. Let er dus op dat het lesmateriaal dat je aanbiedt toegankelijk is. Is dit niet het geval? Zorg er dan voor dat je een toegankelijk alternatief biedt.
Bijeenkomsten
Digitale bijeenkomsten, dus bijvoorbeeld lessen of werkgroepen, kunnen heel fijn zijn voor leerlingen en studenten met een beperking. Voor sommige mensen kost reizen bijvoorbeeld extra energie. Online bijeenkomsten kunnen dan een uitkomst zijn. Zo houden ze energie over voor andere bezigheden.
Natuurlijk zitten er ook uitdagingen aan online bijeenkomsten. Zo kan het voor sommige studenten juist lastiger zijn om zich lange tijd te concentreren. Ook kan het langdurig naar een scherm staren best vermoeiend zijn. Verder is het goed om te letten op de manier waarop je bijvoorbeeld les geeft. Als je een presentatie laat zien en je baseert je verhaal hierop, maar je hebt leerlingen die de presentatie niet kunnen zien, dan missen deze leerlingen belangrijke informatie.
Wees je er ook bewust van dat niet iedereen goede apparatuur of een goede internetverbinding heeft, of geen goede plek waar ze rustig kunnen videobellen. Ook dit kan het lastig maken om online bijeenkomsten bij te wonen. Denk dan mee met de leerling of student en probeer samen oplossingen te verzinnen.
Het goede voorbeeld
Bij ECIO | Expertisecentrum inclusief onderwijs weten ze dat het belangrijk is om te doen wat je zelf verkondigt, oftewel: “Practice what you preach”. Als Expertisecentrum inclusief onderwijs ondersteunen zij naast onderwijsprofessionals ook studenten met een functiebeperking of ondersteuningsvraag in het mbo (www.mbotoegankelijk.nl(opent in nieuw venster) ) en hoger onderwijs (www.hogeronderwijstoegankelijk.nl(opent in nieuw venster) ). Dit doen ze met informatie over bijvoorbeeld voorzieningen, (financiële) regelingen en tips. Het is natuurlijk wel belangrijk dat deze informatie voor álle studenten toegankelijk is en dus voldoet aan de aan de internationale toegankelijkheidsrichtlijnen WCAG 2.1.
ECIO: “Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, maar de klus is geklaard! Met ook dank aan de webbouwers van Cinnamon en aan Cardan die ons tijdens het proces succesvol heeft begeleid. We zijn trots dat beide websites sinds kort het Waarmerk drempelvrij.nl(opent in nieuw venster) dragen.”
Zelf aan de slag
Hoe kun jij de eerste stappen zetten naar digitaal toegankelijk onderwijs? Start met luisteren. Verschillende studenten en leerlingen hebben verschillende behoeften. Verwacht tegelijkertijd niet dat elke persoon mondig genoeg is om hun behoeften meteen duidelijk uit te spreken. Ga dus pro-actief met digitale toegankelijkheid aan de slag en vraag zelf of er dingen zijn die beter kunnen. En probeer flexibel te zijn! Denk niet dat iets niet kan, maar probeer te bedenken hoe iets juist wel kan.
Wil je weten of jouw website, systeem of lesmateriaal toegankelijk is? Of wil je weten hoe je de eerste stappen kunt zetten? Wij denken graag met je mee!
Neem contact op